Deze tafelklok van ebbenhout met geelkoperen beslag en maan-aanduiding werd rond 1770 gemaakt in Den Haag door Johannes Bernardus Vrijthoff. Vrijthoff stamde uit een familie die na 1632 door stadhouder Frederik Hendrik vanuit Heusden naar Maastricht werd gehaald in het kader van de opbouw van een protestantse burgerij in die op de Spanjaarden veroverde katholieke stad. De familie kwam al snel tot welstand en aanzien.

Eén tak van de Vrijthoffs werd lakenhandelaar, de andere klokkenmaker. Vrijthoff’s vader bracht het tot notaris en procureur in Maastricht en later in Valkenburg. Zoon Johannes Bernardus werd op 12 juli 1724 in Maastricht gedoopt en verhuisde later naar Den Haag, waar hij als meester-horlogemaker vijfmaal hoofdman en twee keer deken van het horlogemakersgilde werd. Zijn eigen zoon Johannes Hermanus trouwde met een Engelse uit het toen mondaine kuuroord Bath en volgde hem in het vak. Johannes Bernardus stierf in 1800. De Maastrichtse tak van de familie verwierf in de 19e eeuw het adellijke predicaat jonkheer. Beide hoofdtakken stierven in mannelijke lijn uit. De klok was eerder onderdeel van de P.C. Spaans collectie.

het wapen der Vrijthoffs