Pieter de Ruiter, de ontwerper van Planetarium Zuylenburgh, maakte dit drieluik in 1975. Hij baseerde zijn pentekening op het 12e en laatste hoofdstuk van het bijbelboek Prediker [Ecclesiastes]. De tekening beeldt de vergankelijkheid uit, zoals ook de Vanitas [IJdelheid] schilderijen uit de 15e en 16e eeuw deden. Een daarvan hangt op Zuylenburgh, in de kamer met het door Pieter de Ruiter gebouwde planetarium. Dat schilderij daar stelt St. Hieronymus voor, die de bijbel vanuit het Grieks in het Latijn vertaalde

Beroemde uitdrukkingen zoals “IJdelheid der ijdelheden, alles is ijdelheid” en “Er is niets nieuws onder de zon” stammen uit het boek Prediker. Samen met Psalmen werd het een van de meest gelezen bijbelboeken. Klik het drieluik om het uit te vergroten en de verklaring ervan door Pieter de Ruiter te lezen. Door daarna door te klikken kunt u door het drieluik heendwalen…

De linkertekening – Dit is een verbeelding van het streven naar macht zonder geweten of moreel besef. De krijgsolifant verplettert op zijn weg naar macht twee hindernissen: het geloof en de rechtvaardigheid (Vrouwe Justitia). Hij kan nog gestopt worden, maar Mercurius (de handel), hakt de kruisboog stuk. Alleen het fort ’Hoop’ (Spes) op de middentekening blijft nog over. Waar de olifant voorbij is gekomen zijn de bomen dood en de vrije vogels zijn opgehangen. Het sterrenbeeld waar de olifant vandaan schijnt te komen is het sterrenbeeld Slang, symbool van list en bedrog. De latijnse spreuk betekent zoveel als dat onrecht leidt tot woede, dus het op deze wijze streven naar macht kan alleen maar ellende veroorzaken. Om dat nogmaals te benadrukken wordt dit alles bekroond met een dwaas en een gebalde vuist in de vlag. Ook de dood is bij deze manier van leven niet ver weg.

Het middendeel – De toren van het kerkgebouw is die van De Lier, een dorp in het Westland waar de De Ruiters vandaan komen.De toren is nauwkeurig getekend, maar de kerkruimte is heel anders. De toren moest heel hoog worden, maar het eerste stuk zakte scheef. Daarop een tweede stuk recht erop gezet, maar ook toen verzakte het geheel. Toen nog een keer een etage erop, weer verzakking en men hield het voor gezien. Daarom is voor mij deze toren een voorbeeld van veel te groots plannen en niet goed nadenken. Het astronomisch uurwerk is een verwijzing naar het tijdelijke van alles. Het achterste deel van het gebouw is een huis in de vorm van een doodskop. Prediker 12 vertelt over het verval van het menselijk lichaam bij het ouder worden. – Pr 12:2 – de zon en maan zijn verduisterd. – Pr 12:3 – de wachters beven en de sterke mannen krommen zich, armen en benen worden zwak: dit zijn de twee kromme zuilen aan de zijkant van het huis. – Pr 12:3 – de maalsters houden ermee op en er zijn er niet veel meer: bedoeld zijn de tanden, maar ik heb een maalderij getekend. – Pr 12:3 – zij die uit vensters zien verliezen hun glans, d.w.z. de ogen, maar ik heb op die plek hoeren getekend omdat die ook uit vensters zien. – Pr 12:4 – de deuren naar de straat worden gesloten, d.w.z. je wordt doof. Ik laat aan de zijkant een trechter dicht timmeren. De stem wordt hoog als een vogel, dit is het kleine vogelhuisje aan de zijkant. De molen op de plaats van de hersenen betekent dat je malende, gek kunt worden of dement. – Pr 12:5 – verschrikkingen op de weg. Dat is de overval op de voorgrond. – Pr 12:5 – de mens gaat naar zijn eeuwig huis en rouwklagers gaan rond. Dat is de begrafenisstoet aan de linkerkant. De dode boom symboliseert de dood. – Pr 12:6 – de lamp gebroken, de kruik verbrijzeld en het rad in de put kapot. Hiernaast staat een figuur die de prediker moet voorstellen. De vier personen bij de omgekeerde pyramide verbeelden de godsdiensten in het algemeen. Zij zijn bezig met ’landje veroveren’ op het grondvlak dat de mensheid verbeeld met behulp van een kruis. Dat alles op één punt staat heb ik gedaan omdat volgens mij het niet om het soort geloof gaat, maar slechts om één ding: heb je naaste lief als jezelf. De planten, het bootje en de luchtballon vond ik gewoon leuk en betekenen niets. Het fort Spes [Hoop] hoort bij de linkertekening.

De rechtertekening – Deze verbeeldt het streven naar geld en bezit, maar dan zonder geweten. Het schip verbeeldt de mens op z’n tocht door het leven. Op het dek zien we twee eenhoorns (symbool van de zuiverheid) geketend in dienst om alleen maar het anker (symbool van de Hoop) op te halen zodat sneller gevaren kan worden en meer vliegende geldzakken geharpoeneerd kunnen worden. Daarvoor moeten dan wel de Liefde en het Geloof verdwijnen. De tocht gaat met agressie gepaard, zie het geopende geschutsluik en het wapentuig in het kraaiennest. Er zijn toch wel waarschuwingen. De spreuk boven de zonnewijzer betekent: kort zijn de dagen der mensen, en op de zijkant zit een man die naar een klok wijst. Jammer is dan wel dat het enige licht aan boord bekroond wordt door de dwaasheid. De geldkoffer op de vlag is symbolisch voor het karakter van de tocht, maar de vogel aan het touw verbeeldt een mens die zo leeft en denkt dat hij vrij is, maar in werkelijkheid gebonden is door hebzucht.